Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Begin november 2017 overstroomde een deel van de historische binnenstad van George Town, op het eiland Penang in Maleisië. Een DRR-team onder leiding van Marco Hartman (HKV) ging er eind mei 2018 naartoe en adviseerde maatregelen op drie fronten, om toekomstige schade te beperken.

Marco Hartman: ‘We waren met z’n vieren: meteoroloog Robert Mureau, adviseur disaster management Peter Glerum, urban planner Steven Slabbers en ikzelf. We hebben gesprekken gevoerd met de experts van het Meteorologisch Instituut, de National Disaster Management Agency (NADMA) en het Drainage and Irrigation Department en een aantal veldbezoeken gebracht aan het stroomgebied van de Sungai Pinang. Op 4 juni is een workshop georganiseerd met 40 deelnemers van diverse achtergronden (naast de eerdergenoemde instituten, NGO’s, onderzoekers, milieuorganisaties). We bespraken hoe het stroomgebied van de Sungai Pinang op de langere termijn duurzaam kan worden beheerd en wat de mogelijkheden zijn om het water niet alleen versneld af te voeren en te zien als een bedreiging, maar ook als een kans voor stedelijke ontwikkeling.

 

"Ten aanzien van het rioleringssysteem hebben we vastgesteld dat knelpunten nu veelal worden opgelost met meer beton. "

NADMA is een jonge organisatie, die in een vrij korte tijd veel heeft bereikt. We hebben hen geadviseerd pro-actiever, information based en met meer aanwezigheid in het gebied te opereren, redenerend vanuit wat de burger nodig heeft.

Ten aanzien van het derde onderdeel, het rioleringssysteem, hebben we vastgesteld dat knelpunten nu veelal worden opgelost met meer beton. Water zou opgevangen en vastgehouden moeten worden, en niet meteen allemaal afgevoerd. De stad keert de rivier de rug toe en dat is eigenlijk zonde. Het idee van een ‘sponge city’ spreekt de mensen daar zeker aan.

 

Misschien wel het belangrijkste was ons overkoepelende advies: werk meer samen. Er zijn allerlei partijen en instituties bij betrokken, maar die kunnen beter gebruik maken van elkaars kennis en data. Ze zouden gewoon wat meer met elkaar moeten praten.

Al met al ben ik positief over de missie. Ik hoop wel dat we er nog een vervolg aan kunnen geven, bijvoorbeeld door de verantwoordelijke mensen uit Maleisië naar Nederland te laten komen. Een missie moet niet op zichzelf staan, maar passen in een meer structurele benadering.’